Australian Zoo & Fraser Island
Door: Ineke Luijten
Blijf op de hoogte en volg Ineke
08 December 2011 | Australië, Noosa Heads
Helaas voor Moeder Natuur ben ik niet zo maar een backpacker, maar een Nederlandse backpacker, wat inhoudt dat ik niet van suiker gemaakt ben en een beetje miezer bijna mijn natuurlijk habitat genoemd kan worden. Compleet in mijn element slenterde ik een week geleden dan ook (in de miezer) door de Australian Zoo, de grootste dierentuin in Australie en ooit de thuisbasis van krokodillenkoning Steve Irwing. In de bus ernaartoe was het al raak, nog half slapend (waarom beginnen die dagtours altijd zo vroeg?) en compleet onvoorbereid zakte ik onderuit in mijn stoel, toen de buschauffeur besloot een DVD te draaien. Drie seconden later schalde Steve’s stem door de bus ‘Look at her (de krokodil dus), isn’t she a beauty?’, op de welbekende manier waarop alleen Steve’s stem door een bus kan schallen. Okee, het werd dus zo’n dag…
Vijfenveertig minuten en complete indoctrinatie door Steve later kwamen we aan bij de Zoo, klaar om onze hoofden in een krokodillenbek te steken. Gelukkig was de Zoo zo opgebouwd dat dat onderdeel pas op het laatst kwam, en het eerst tijd was om koala’s te knuffelen, kangoeroe’s te voeren en velerlei giftige slangen (die blijkbaar door de gemiddelde australische achtertuin rondhuppelen) te begriezelen. Om toch maar met de meute mee te gaan en mijn Wageningse wortels niet te verloochenen, namen we deel aan het ultieme Steve-eerbetoon, een krokodillenshow. Na wat gefladder om mijn oren van exotische vogels en nog wat meer filmpjes van alle amazing features van de krokodil, kwamen ze dreigend aangezwommen als drijvende boomstammen. Hierop volgde het welbekende waaghals-bungelt-stuk-vlees-in-de-lucht-waar-krokodil-op-toehapt ritueel. Al met al vrij vermakelijk, maar niet zeer speciaal. Om de tijd te doden en ons nog meer te verdiepen in Steve’s waaghalzerige wereld, besloten we dan maar de tijgershow te bewonderen, die toch net iets anders was dan ik verwacht had. Waar normaal de tijger-in-de-hand-houd-persoon zich op veilige afstand van de uit de kluiten gewassen kat bevindt, stak deze bijna letterlijk zijn hoofd in de tijgers bek, en waren er een paar momenten dat ik de behoefte voelde om mijn hoofd af te wenden om niet getuige te hoeven zijn van het in stukken gescheurd worden van een dappere Australier. Gelukkig kwam iedereen er met een kloppend hart en ademende longen (waarschijnlijk wel een ietwat verhoogde bloeddruk) vanaf, en hebben we wel mooi spelende, zwemmende en aanvallende tijgers mogen bewonderen. Steve zou trots zijn. In de bus terug hebben we nog een goede dosis ‘Crikey’ en ‘It’s amazing!’ tot ons genomen, waarna het dierentuin avontuur weer voorbij was, en voorlopig ook mijn behoefte aan wat voor contact dan ook met Steve Irwing.
De volgende vrije dagen heb ik gebruikt om iets te doen wat geen enkele backpacker in Australie kan missen, en wat ik dreigde te missen vanwege mijn versnelde trip van Bundaberg naar Noosa: een bezoek aan Fraser Island. Wederom veel te vroeg zat ik in een bus, en wederom naderde er onheil waar ik misschien nog wel minder op voorbereid was dan op een man die zijn hoofd in een krokodillenbek steekt: een frans gezin. Juist: een man, een vrouw en 3 (!) kinderen. Ik herhaal: 3 kinderen. Om mijn trip niet compleet tot een hoop ellende te denegreren, besloot ik om me niet te gaan ergeren, maar het geschreeuw en rond geren te omarmen en in een complete staat van zen te verkeren: en het werkte zowaar. Binnen 5 minuten zat ik met een 5-jarige snotneus op mijn schoot (die overigens beter frans sprak dan ik) en ik was nog steeds in een enigzins goed humeur, in ieder geval zen.
Al rijdende kwamen we aan op Fraser Island, wat kort gezegd 1 grote zandbak is (98% zand, 2% rots). Allereerst begon onze gids met het veiligheidspraatje, waar ik achteraf gezien graag bij hoge uitzondering bij had gehad dat de kinderen er doorheen hadden geschreeuwd, omdat ik het liever niet gehoord had. Blijkbaar verschuilen zich er op Fraser Island 3 van de 5 meest dodelijke spinnen en 5 van de 8 meest dodelijke slangen op aarde. En ja, er is zelfs een dodelijke spin die de Fraser Island bladiebla spin heet, omdat hij alleen op Fraser Island voorkomt. Wat een feest. Mocht je er ondanks de spinnen en slangen nog levend vanaf komen, zijn er ook nog dingo’s die steeds vaker een hapje uit een toerist nemen (wel bij voorkeur een kind, pfieuw), omdat deze ze vroeger voerden, maar daar nu een verbod op is ingesteld, en de dingo’s dus moeite hebben met het vinden van voedsel dat niet menselijke vlees omvat. En nee, dat is nog niet alles. Toen we uit de bus stapten, kwamen we er achter dat er ook, weliswaar minder gevaarlijk maar niet minder irritant, nog andere beesten op de loer lagen om aan te vallen, namelijk muggen zo groot als een menselijke duim. Het wordt tijd dat ze op Australische tours adviseren om anti-insectenspray mee te nemen. Gelukkig waren deze muggen niet alleen groot, maar ook bijzonder traag, waarbij een reactievermogen van een minuut om ze met je hand weg te vegen vaak voldoende is om een beet te ontwijken. Wat een lichtpuntje.
Afgezien van de constant angst om door een australisch dier vermoord te worden was de rest van de trip prachtig. Het strand op Fraser Island is een officiele snelweg, wat inhoudt dat iedereen er met zijn 4 wheel drive met 90km/h overheen scheurt en de verkeersborden op random plekken in het zand gestoken worden. Verder hebben we heerlijk gezwommen in meertjes, prachtige uitzichten bewonderd, door het regenwoud geslenterd, een schipswrak aanschouwd, genoten van een grote donkere sterrenhemel en mensen met minder fortuinlijke auto’s uit het zand getrokken. En ondanks de spinnen, slangen, dingo’s, muggen en kinderen, hebben we het allemaal overleefd.
Inmiddels ben ik weer terug in Noosa, en in de druilerige regen wat vrije dagen door aan het brengen voordat ik weer terug aan het werk ga en mijn laatste centjes bij elkaar ga sprokkelen. Rond 15 december verlaat ik (helaas) dit hostel om verder te trekken richting Brisbane, Byron Bay, Surfer’s Paradise en Nimbin om te eindigen in Sydney voor kerst en nieuwjaar. Hopelijk zijn Moeder Natuur en ik dan weer vriendjes.
-
08 December 2011 - 12:16
Pien:
Ziet er weer prachtig uit, ien! En troost je wat betreft het weer; hier stormt het, regent het, en is het geen 27 graden ;-). Veel plezier nog, geniet ervan! -
09 December 2011 - 11:20
Marieke:
hahaha ien, wat een verhaal:)
super mooie foto's en als je terug komt ben je dan niet meer bang voor de kleine spinnetjes hier?;)
en idd, het is hier echt alleen maar aan het stormen, dus een beetje terecht dat je er wat van mee krijgt is het wel!
Werkse en geniet van alles!
Kus -
10 December 2011 - 18:48
Sebastiaan:
Hoi Ien, grappig om van jou verhalen te horen over regen aan de andere kant van de wereld. Hier in de bergen zitten we namelijk te smachten naar sneeuw, alhoewel er al wel het een en ander ligt (in tegenstelling tot de eerste dag dat ik hier was) mag het gouw meer worden. Ach tja nouja dan maar van het zonnetje genieten, alhoewel daar weinig tijd voor is tijdens het moordende punktliche curusschema hier.
veel plezier down under! -
12 December 2011 - 15:53
Bart:
Ha Ien,
leuk hoor :) Maar laat je je niet te veel in met kinderen? We willen je wel graag weer terug hier zoals je was :P
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley